De hoofdopdracht is heel ruim, dus je kunt het wat toespitsen:
het schilderij moet duidelijk in het verhaal naar voren komen. Het geeft een momentopname in het verhaal weer.
het schilderij geeft meer een beeld van het verhaal weer. Het gaat over een feest, over mensen met een bepaald beroep of over een bepaald persoon, die afgebeeld is enz. Een voorbeeld is een (zelf)portret van een bekend persoon (Rembrandt, Michiel de Ruyter etc.)
het verhaal geeft een beeld van de tijd waarin het schilderij is gemaakt.